FEEDBACKFORMULIER

Wij waarderen uw feedback!

FEEDBACK
Dit veld is verplicht
Dit veld is verplicht

* verplichte velden

Karel Kans (ECBO): Houd doorstroom van mbo’ers op peil

Drs. Karel Kans, manager onderzoek bij CINOP/ECBO

"Houd de doorstroom van mbo’ers naar de arbeidsmarkt op peil"

In het onderwijs gebeurt momenteel veel, scholen zijn gesloten, examens gaan niet door. Er worden in hoog tempo andere vormen van kennisoverdracht ontwikkeld en ingezet. Dat biedt mogelijkheden voor onderwijsinnovatie, maar ook bedreigingen voor de arbeidsmarkt.

Er zal in de komende periode veel regionaal overleg nodig zijn tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven om te zorgen voor een passend onderwijsaanbod en examinering. Ook zal er aandacht moeten zijn voor het voorkomen van nog meer krapte in tekortsectoren, het voorkomen van werkloosheid bij schoolverlaters en het benutten van kansen bijvoorbeeld voor Leven Lang Ontwikkelen.

Studievertraging

Het sluiten van de scholen brengt in het beroepsonderwijs specifieke problemen met zich mee. Een acuut probleem is dat studenten in sectoren waar het werk nu stilligt, zoals in de horeca, hun beroepspraktijkvorming niet kunnen afmaken. Waardoor ze mogelijk onderdelen van hun opleiding niet kunnen afronden, met studievertraging tot gevolg. Deze mbo’ers zullen daardoor later beschikbaar komen voor de arbeidsmarkt. De tekortsectoren zullen daar veel last van krijgen. Denk aan de zorg, maar ook in verschillende industrieën is nog helemaal geen sprake van vraaguitval. Dat maakt het van groot belang dat beroepsonderwijs en bedrijfsleven snel met elkaar in gesprek gaan over oplossingen om te voorkomen dat de arbeidsmarkt opdroogt. Het kan zijn dat studenten de opleiding afronden met minder uren praktijkervaring dan normaal. Daar moet het bedrijfsleven op zijn voorbereid.

Ruime kaders

Uiteraard zijn er maatregelen getroffen. Het ministerie van OCW en de MBO Raad hebben een servicedocument [https://www.mboraad.nl/nieuws/servicedocument-20-en-faqs-aanpak-corona-mbo-beschikbaar] verspreid, waarin de kaders zijn aangegeven voor de scholen. Binnen die kaders kunnen scholen oplossingen ontwikkelen die voor hun situatie van toepassing zijn. Dit betreft ook ruimte om flexibel om te gaan met examinering, diplomering en de wettelijk noodzakelijke uren voor beroepspraktijkvorming (bpv). Het komt er dus op neer dat ROC’s zelf de oplossingen moeten genereren die passen bij de situatie van de opleiding en de student.

Onderwijs flexibiliseert

Wat betreft het onderwijs aan de reguliere studenten krijgt de flexibilisering van onderwijstrajecten momenteel een enorme boost; er wordt door ROC’s in sneltreinvaart geïnnoveerd. Docenten werken buitengewoon hard om studenten te faciliteren en studenten lijken zeer positief om te gaan met de geboden mogelijkheden. Waar sommige studenten gebaat zijn bij een meer klassikale setting, pakt het thuisonderwijs voor anderen goed uit, bijvoorbeeld omdat het ze meer rust geeft. Maar uiteindelijk is zeker in het beroepsonderwijs het face-to-face contact onontbeerlijk. Ik denk dat die flexibilisering en innovatie in onderwijsmethoden positief kan uitpakken, zowel voor studenten die moeite hebben met het reguliere onderwijssysteem, als voor volwassenen. Doordat werkenden nu versneld gewend raken aan het werken op afstand, kunnen ook de drempels voor het leren op afstand weggenomen zijn. 

Regionale samenwerking

In breder verband is het zaak om te kijken naar de geleerde lessen van de crisis van 2008. Destijds zijn overleggen in sectoren en regio’s ingericht waar sectorplannen werden gemaakt, met als voornaamste doelen behoud van werkgelegenheid en van leerwerkplekken. De partijen moesten elkaar nog vinden en samen aan de slag gaan. Dat nam veel tijd in beslag, waardoor de werkloosheid al was omgeslagen in krapte terwijl de maatregelen nog doorliepen. De samenwerking ligt bij veel arbeidsmarktpartijen nog vers in het geheugen. Bij de huidige crisis zou het daarom gemakkelijker en sneller moeten gaan om maatregelen af te spreken en door te voeren. Het overleg tussen arbeidsmarktpartijen en beroepsonderwijs zou er nu bijvoorbeeld aan kunnen bijdragen dat er passende (leerwerk)trajecten worden ingericht zodat leerlingen kunnen instromen in de arbeidsmarkt. Dat zou met name voor de zorg en sommige industrie zinvol zijn.

POWERED BY

powered by